Historie Ridderschapsvaart

Gepubliceerd op 26 november 2020 om 14:32

Foto uit 1913 toen de oostkant van de wijk nog polder was. Dus ruim vóór de aanleg van de Waterlinieweg en de ontwikkeling van Rijnsweerd met huizen en kantoren. De Ridderschapsvaart stroomt over de volle breedte van de foto, bovenlangs de smalle landtong van de Zilveren Schaats. Het wallenpatroon langs de militaire weg is nog goed te zien. Rechtsonder zie je een deel van het voormalige Antonius Gasthuis (inmiddels vervangen door de Hoogstraat Revalidatie). Nog niet alle percelen in de Frederik Hendrikstraat waren van een huis voorzien.
De Ridderschapsvaart is in 1664 door het Utrechtse Ridderschap uitgegraven om de Biltsche Vaart (vanuit Zeist) te verbinden met de Minstroom die loopt langs wat nu de Rembrandtkade heet. Zo ontstond een 'snelweg' tussen Zeist en Abstede. Mest ging naar de schrale gronden van De Bilt, in ruil voor zand om het drassige hoveniersland van Abstede enigszins vorm te geven. Later vond ook de groentehandel zijn weg via de vaart. In de oorlog werd de Rijksweg 22, later Waterlinieweg weinig subtiel dwars over de Ridderschapsvaart aangelegd. De vaart kwam daarmee in de knel. Daarop besloot men de watergang van de Zilveren Schaats open te maken als hoofdverbinding tussen de Biltsche Grift en de Minstroom. Inmiddels is de Ridderschapsvaart niet meer dan een levensloze, stilstaande sloot die het terrein van de Zilveren Schaats in de lengte doorklieft. De noordkant is door riet en modder dichtgeslibd, de zuidkant is volgestort met puin. We hebben met de gemeente een plan uitgewerkt om middels een duiker (ondergrondse betonnen buis) de Ridderschapsvaart aan de zuidkant te openen en de noordkant vrij van riet te maken. Het water kan dan weer door de oude vaart stromen, wat een impuls zal geven aan het waterleven zoals vissen, vlinders, libellen en (ijs)vogels. Deze week wordt de vaart uitgebaggerd, begin volgend jaar volgt het openmaken, ijs en weder dienende.